Stilleven met roemer


Stilleven met roemer
. Olieverf op paneel. Afmeting 30 x 40 cm.

Hier een portret in de vorm van een stilleven, in de sfeer van de 16de eeuw. Alles wat er op het schilderij staat heeft een verwijzing naar de persoon die op deze manier uitgebeeld is.
Bijvoorbeeld het medaillon van Sofonisba Anguisolla in de schaduw van het bord, verwijst naar de strijd van vrouwelijke kunstenaars om als volwaardig gezien te worden. Om het tinnen vaasje krult een slang, de slang als connotatie van de vrouw in de bijbel. De “geportretteerde” heeft de strijd voor gelijkwaardigheid van de vrouw in de kunstgeschiedenis als studieobject en passie. Zij gaf lezingen over dit onderwerp.
Veel van de symboliek uit 16de eeuwse schilderijen is in dit werk gebruikt.
Zo zijn de 4 elementen water, vuur, aarde en lucht symbolisch weergegeven. De schelp en het zeepaardje in het brokaat onderin staat voor water, het fruit symboliseert vuur, het porseleinen bord vertegenwoordigd aarde en de libelle is het vliegende insect voor lucht. De orchidee heeft als soortnaam Venusschoentje of “Lady slipper” wat beide verwijst naar de vrouwelijkheid. “Living fire” is de Engelse naam van deze variant.
De kersen op het bord duidt in de 16de eeuwse symboliek op ‘verloren onschuld’. Om de virtuositeit van de kunstenaar te etaleren werd in stillevens uit die tijd een half geschilde sinaasappel geschilderd om vooral de vaardigheid in ‘stofuitdrukking te laten zien. Het glas, een  roemer, heeft als gravure de tekst ‘Ars Gratia Artis’ gekregen wat vrij vertaald ‘Kunst ten dienste van de kunst’ betekend.
Het schilderij bevat in de compositie alle kleuren van de kleurencirkel om het verhaaltje rond te krijgen.
Dit schilderij heeft voor de kunstenaar een bijzondere connotatie waardoor dit schilderij voor hem bijzonder is. Daarom is dit schilderij niet te koop.

Wanneer ik aan een schilderij begin dat wil ik iets terug voor de energie die ik erin steek. Dat iets is kennis en begrip.
Bij dit schilderij wilde ik onderzoeken wat de werking is van een donkere achtergrond zoals bij veel 16de en 17de eeuwse stillevens te zien is. Daarbij wilde ik de lichtprincipes toepassen die ik ontdekte bij eerdere schilderijen.
Wat ik gedaan heb is eerst mijn licht bepalen. Dit licht komt ergens boven vandaan en is heel diffuus, er  zijn dus geen scherpe schaduwen. In de ruimte achter het stilleven is vaag de richting van het licht te ontwaren. De achtergrond is donker dus is er een subtiele kleurovergang. De volgorde van mengen in het verloop kom je ook tegen in de halo. Zonder de voorwerpen is er ook sprake van licht, dus ruimte.
Daarna komt er een stuk dat in een keer geschilderd is, het marmeren blok met daarop het satijn met brokaat. Ik heb geen van deze voorwerpen en schilder ze dus op principe. De kleuren worden gemengd waaruit het marmer is opgebouwd. Voor de lichtzijde wordt er de kleur van de lichtbron aan toegevoegd, voor de schaduwzijde een schaduwtoevoeging.
Eigenlijk werk ik vanuit het idee dat er meer of minder licht op voorwerpen schijnt. De zijkant van het marmer is dus de minder belichte kant. Je moet dan alleen het mindere licht bepalen, maar dat is op je palet systematisch te doen.
Je begrijpt nu dat ik in eerste instantie op mijn palet kleuren bepaal, ze horen dan op het schilderij te doen wat ze moeten doen, en dat werkt ook. Omdat mijn licht ‘bekend’ is, wordt het betrekkelijk eenvoudig om ook het brokaat op het satijn te schilderen.
Alle gemengde kleuren blijven voor eventueel later gebruik in hoopjes op mijn palet zitten. Mijn palet is altijd vergeven van deze hoopjes verf. Na een paar dagen komt er een vliesje om maar daarbinnen blijft de verf weken bruikbaar.
Alle dingen op het schilderij zijn onderhevig aan dezelfde lichtsituatie en daarvan zijn de kleuren vooraf al gemengd.
Net als bij het ‘Drieluik’ lopen kleurovergangen door de voorwerpen heen. Zo is het bord aan de rechterkant iets lichter dan aan de andere kant, het licht komt immers een beetje van rechts. Kijk naar het verloop op de achtergrond.
Het gaat te ver om het schilderen van alle voorwerpen te beschrijven. Wat wel van belang is, is de volgorde waarin je de voorwerpen op het paneel zet. Let wel, alles wordt in een keer geschilderd zonder academische opbouw, de kleuren liggen klaar op mijn palet.
Zo is er het tinnen vaasje met de weerspiegeling van zijn omgeving, deze is alleen te schilderen als deze omgeving al op het palet ligt.
De allergrootste klus van het schilderij was wel de roemer. Het doorzichtige glas weerspiegelt om de moeilijkheidsgraad maar eens op te voeren. De groenige kleur is doorzichtig dus de achtergrond van het glas zal met een groenige zweem zichtbaar zijn. Wanneer je de regels nauwkeurig volgt is het glas zonder reflectie betrekkelijk eenvoudig te schilderen, maar echt complex wordt het als je tegelijkertijd ook de reflectie op het glas zet. Nauwkeurig en zorgvuldig zijn de magische woorden hier.
In dit schilderij was de roemer nog complexer omdat er daarbij ook nog een libelle op moest zitten. Gelukkig droogt olieverf niet zo heel snel.
Transparante vleugels schilderen voor een transparant glas. De eerlijkheid gebied mij op te biechten dat het wel kicken was toen het er eenmaal op stond. Stofuitdrukking in optima forma. De gravure op het glas was weer betrekkelijk eenvoudig omdat deze redelijk dekkend is.
Wanneer je op de afbeelding klikt en hij verschijnt groot op je scherm dan zie je hoe nauwkeurig het paneel geschilderd is. Dat kan alleen als je kleuropbouw goed is.
Na dit schilderij heb ik het stilleven met de koolmees gemaakt. Bij dat schilderij komt het vervolg van de uitleg hoe ik schilder.

Ga terug